Slimme tips voor een duurzame garderobe

We kunnen er niet meer onderuit: van alle kanten wordt je om de oren geslagen met klimaatverandering. Een van de grote boosdoeners, dat is de mode industrie (met stip op 2 na de olie industrie). Laten we daar als consumenten nou eens een grotere vinger in de pap hebben dan we zelf vaak denken. Jij kunt impact maken met jouw kleding! Om je op weg te helpen geef ik je tips voor een duurzame garderobe.

 

Wat is ook al weer het probleem?

Fast fahion en ultra fast fashion, dat is het probleem. Er wordt ongans veel geproduceerd. We worden gek gemaakt met 52 mode seizoenen per jaar. Items worden gemaakt met goedkope materialen. De kwaliteit is laag. Kleding wordt kort aangeboden en wat over is belandt op vuilnisbelten. Hele woestijnen liggen er vol mee. Per jaar wordt er meer dan 116.000.000.000 kg textiel geproduceerd, waarvan meer dan 100.000.000.000 kg gemaakt is van aardolie. Dat betekent dat elk mens gemiddeld 14,5 kg textiel per jaar koopt. Wij waarschijnlijk wat meer dan de mensen in ontwikkelingslanden. Dat is juist wel de plek waar onze textiel kliekjes terecht komen.

 

 

Jij maakt de duurzame keuze

Gelukkig is er ook goed nieuws: we kunnen zelf iets aan doen aan dit (ultra) fast fashion probleem. Namelijk door goede kleding te kopen en goed voor onze kleding te zorgen. Kort gezegd zijn er drie momenten waarop we slimme keuzes kunnen maken: als we iets kopen, als we iets wassen of onderhouden en als we iets wegdoen. Hier mijn tips voor een duurzame garderobe op een rij.

 

Jouw inkoopbeleid

Jouw duurzame kledingkast staat of valt met wat je koopt. Het kan natuurlijk een leuk (en super waardevol) experiment zijn om een jaar lang niks nieuws te kopen. Maar je wil ook een langetermijnplan hebben. Een manier van consumeren die past bij jou en waarmee je je milieu-impact verkleint. Het is eigenlijk net als diëten: je kunt een crash dieet doen, maar wil je vitaal zijn en lekker in je vel zitten, dan gaat het om het aanpassen van je lifestyle. Met kleding en het detoxen van fast fashion is dat net zo. Hier vijf tips op een rij:

  1. Breng eerst eens jouw waarden in beeld. Wat vind jij belangrijk op het gebied van duurzaamheid? Vind je het belangrijk dat textielwerkers een leefbaar loon krijgen? Wil je de garantie dat er geen kinder- en dwangarbeid in de productieketen zit? Wil je dat de grondstoffen milieu- en diervriendelijk geproduceerd zijn? Of ben je vegan en zoek je een goed alternatief voor dierlijke en synthetische materialen? Welke keuze je hierin ook maakt, het heeft consequenties voor je koop gedrag. Je laat bepaalde merken of winkels links liggen, koopt alleen nog tweedehands of koopt alleen nog bepaalde materialen. Of je weet tot welk compromis je bereid bent: dit topje is misschien niet het meest CO2 neutraal, maar ik weet wel dat degene die mijn kledingstuk heeft gemaakt een goed leven heeft. Wat je keuze ook is, elke stap is er eentje. Met dit in gedachte gaan we de praktijk in.
  2. Of een winkelketen of merk past bij jouw waarden kun je checken op Good On You. Deze organisatie beoordeelt merken op verschillende aspecten, waaronder transparantie. Zo hoef jij je geen zorgen te maken over het verschil tussen oprechte milieu claims en green washing. Je kunt zoeken op merk, rating, prijsklasse of producttype en zo selecteren wat jouw nieuwe favoriete merken zijn. Koop je ook graag bij kleinere bedrijven, vraag hen dan wat zij doen aan duurzaamheid. Laatst zag ik een atelier dat kleinschalig shirts produceert. Mooie kwaliteit en zelfbenoemd “schone kleren”. Schroom niet te vragen wat dat inhoudt. Bedoelen ze dat de producten lang mooi blijven of hebben ze ergens in de keten actie ondernomen om de milieu-impact te verkleinen?
  3. Keurmerken helpen je ook bij het bepalen of een item past bij jouw waarden. Pas op: er bestaan heel veel keurmerken die niet altijd evenveel zoden aan de dijk zetten. Gelukkig kun je dit ook weer makkelijk checken met de keurmerkenwijzer van Milieu Centraal. Keurmerken waar ik niet zo’n fan van ben zijn bijvoorbeeld Oeko-Tex en Better Cotton Initiative. De eerste meet of het product voor de eindgebruiker geen schadelijke stoffen bevat. Geruststellend, maar het zegt nog niks over hoe het geproduceerd is. Bovendien is het een keurmerk dat je koopt. Er zijn dus ook producten die dit label niet hebben, maar die je toch veilig kunt gebruiken. BCI is ook wel sympathiek: het stimuleert bedrijven om meer biologisch katoen te gebruiken, maar het zegt niks over het stukje katoen dat jij nu in handen hebt. Het BCI label wil zeggen dat dit merk in de hele productieketen minimaal 5% biologisch katoen gebruikt. Dat is natuurlijk beter dan 0%, maar mijn maatstaf ligt wat hoger. Wil je helemaal zeker zijn ga dan voor GOTS. Zij hebben op bijna alle fronten een hoge standaard.
  4. Nu je weet waar je kunt shoppen is het nog de vraag wat je gaat kopen. Om miskopen te voorkomen is het goed om te weten wat bij je past. Sommige mensen kunnen dit goed op gevoel doen, voor anderen is het fijn om een kleur- en stijlanalyse te doen. Wees welkom! 😉
  5. Als ik met mensen een garderobesessie doe, maken we altijd een boodschappenlijstje. Niks is zo verleidelijk om met je kleurkaart te gaan shoppen en thuis te komen met items die heel erg lijken op wat je eigenlijk al in huis had. Of die moeilijk te combineren zijn met de andere kledingstukken in je kast. Door vooraf goed na te denken over wat je nodig hebt en dit in een lijstje vast te leggen, koop je precies de kleding waar je blij van wordt en voorkom je miskopen. Stick to the list!

Met liefde voor je kleding zorgen

Als je bovenstaande stappen hebt gevolgd, dan heb je alleen nog maar lievelingsitems in je kast hangen. En daarvan wil je natuurlijk dat ze zo lang mogelijk mooi blijven. Dat betekent niet op de grond laten slingeren of in een overvolle kast proppen, maar netjes ophangen of opvouwen. Nog belangrijker is het wassen, want een derde van de impact van je kleding zit in het wassen en drogen. Op de site van AEG lezen we dat 90% van de kleding die wij dragen veel te snel wordt weggegooid, omdat ze door verkeerd te wassen vaal zijn geworden of versleten zijn geraakt. Terwijl de levensduur van je kledingstuk verlengen het meest duurzame is wat je kunt doen. Goed opletten dus bij het wassen.

  1. Check altijd het label. Hierin staat van wat voor materiaal het gemaakt is en welk wasprogramma geschikt is. Voor wol en zijde heb je aparte wasmiddelen en wasprogramma’s nodig. Soms moet het met de hand gewassen worden. Let dan op dat je niet te hard schrobt en gevoelsmatig koud water gebruikt. Is het water zo warm als je handen, dan was je dus wal warmer dan 30 graden.
  2. Was je kleding niet te vaak of te heet. Veel kleding wordt gewoon weer fris en krijgt weer vorm door het even uit te hangen. Buiten uithangen is natuurlijk lekker, maar ook de stoom in je badkamer na het douchen doet wonderen voor veel materialen. Is het echt vies, weet dan dat moderne wasmachines schoon wassen op lage temperaturen.
  3. Gebruik een wasmiddel dat eco vriendelijk is. Bepaalde chemicaliën wil je niet door de gootsteen wegspoelen. Was pods bevatten microplastics. Ook die wil je niet wegspoelen. Gewoon een fijn eco wasmiddel gebruiken. Tegenwoordig vind je ze in elke supermarkt.
  4. Naast een goed wasmiddel gebruik ik alleen ossengalzeep, baking soda en azijn. Dit zijn natuurlijke producten waarmee je bijna alle vlekken weg krijgt. Veel beter voor het milieu dan chemische vlekverwijderaars.
  5. Draag je synthetische kleding, gebruik dan tijdens het wassen een guppyfriend waszak. Tijdens het wassen komen er namelijk microplastics vrij van je kleding. De guppyfriend vangt deze vezels op, zodat je ze netjes in het plastic afval kunt weggooien.

 

 

Reduce, reuse, recycle

Als we minder kopen, doen we ook minder weg. Maar tot die tijd zitten we met een enorm afval probleem. We kopen in Nederland gemiddeld 50 item per jaar en doen er 40 weer weg. Dat betekent niet alleen dat onze kledingkasten langzaam dichtslibben, ook de berg textiel die een nieuwe bestemming moet krijgen neemt toe. Gelukkig groeit de markt voor tweedehands kleding en dat kunnen we inzetten om onze kleding zo lokaal mogelijk een nieuwe bestemming te geven. Lokaal, dat is cruciaal in een duurzame kledingcyclus.

  1. Koop alleen mooie en kwalitatieve items, zodat je er iemand echt blij mee kunt maken als je er zelf op uitgekeken bent.
  2. Weet bij wie je oude kleding terecht komt. Een kledingruilfeestje is ontzettend leuk. Een andere optie is je items verkopen bij een lokale tweedehands winkel.
  3. Lukt het niet om je kleding in je directe omgeving te verkopen of weg te geven, dan zijn online platforms zoals Vinted en Marktplaats ook een goede optie. Het nadeel is dan wel dat het vervoeren van de kleding impact heeft op het milieu.
  4. Ook je sokken met gaten erin verdienen een tweede leven. Gooi textiel niet bij het restafval weg, maar gebruik de kledingcontainer. Vaak staat er groot op de containers dat kleding schoon en heel moet zijn, want dat is waar het meeste geld aan verdiend wordt. Maar ook (of misschien wel juist) je kapotte sokken kunnen prima een tweede leven krijgen in bijvoorbeeld vulling voor autostoelen. Op Milieu Centraal vind je meer info over wat wel en niet in de container mag.
  5. Eindeloos kleding in de textielcontainers gooien, is geen duurzame oplossing. Hierover schreef ik al eerder een blog. In het kort: als wij slechte kwaliteit items (van (ultra) fast fashion merken) in de textielcontainer doen, belandt het elders op een afvalberg. We zijn dan ons afvalprobleem aan het verplaatsen. De enige oplossing die ik hiervoor kan bieden is (terug naar punt 1): koop goede kwaliteit en duurzame items. Die komen altijd weer op een mooie bestemming terecht.

 

Op naar een schonere wereld en kledingkast

Hoera, je hebt helemaal tot het einde gelezen! Wat goed. Ik zou over dit onderwerp echt nog veel meer kunnen schrijven, maar ik denk dat je voorlopig genoeg tips hebt om mee aan de slag te gaan. Heb je nog vragen, laat het me dan gerust weten.

Tot die tijd weten we wat ons te doen staat: zo min mogelijk kleding zo lang mogelijk gebruiken.

Scroll naar boven